Als je als ondernemer met medewerkers in dienst voor het eerst te maken krijgt met een medewerker die zwanger is, of je krijgt een aanvraag voor ouderschapsverlof of geboorteverlof van een partner, weet je als ondernemer misschien niet precies waar je allemaal rekening mee moet houden. Hoe zit het precies met de regelgeving rond zwangerschapsverlof van medewerkers? In dit artikel lees je waarmee je als ondernemer zoal rekening moet houden wanneer een (of meer) van jouw medewerkers zwanger worden en met verlof gaan.
Hoe lang zwangerschapsverlof?
Als een medewerker zwanger is geraakt, dan heeft ze een flink aantal weken recht op betaald verlof. In principe begint het verlof rond de zes weken voor de verwachte bevallingsdatum, met als uiterlijk moment vier weken voor deze datum. Verwacht jouw zwangere medewerker een tweeling of misschien wel drieling? Dan is voor de medewerker wettelijk mogelijk om tien weken voor de geplande bevalling verlof op te nemen. Ook als de baby extra zorg nodig heeft, bijvoorbeeld omdat het kindje in een couveuse ligt, is er recht op extra verlofdagen. Na de bevalling is er nog het recht op minimaal tien weken bevallingsverlof. Zwangerschapsverlof is onderdeel van het wettelijk verlof.
Het kan dus zomaar zijn dat je jouw medewerker voor een periode van twintig weken (pak hem beet vijf maanden dus) moet missen. Let er hierbij ook op dat eventueel overgebleven bevallingsdagen die door jouw medewerker niet zijn opgenomen, in de tijd na de geboorte over een periode van dertig weken alsnog geïncasseerd mogen worden. Het kan dus zijn dat je jouw medewerker ook daarna nog, voor korte of langere tijd, zult moeten missen en dus voor vervanging zult moeten zorgen.
Loondoorbetaling bij zwangerschapsverlof
Wanneer een van je medewerkers met zwangerschapsverlof gaat, dien je als werkgever het salaris tijdens deze verlofperiode door te betalen. Dat geldt zowel voor de periode voor de bevalling, het zwangerschapsverlof, als voor het bevallingsverlof zelf. Het UWV compenseert deze kosten deels, doordat je als werkgever aanspraak kunt maken op een uitkeringsvergoeding voor betreffende medewerker(s). Het bedrag waar je als werkgever aanspraak op kunt maken, wordt bepaald door de loonhoogte van de betreffende zwangere persoon. Als maximumbedrag geldt hier een vergoeding van het volledige ‘maximumdagloon’. Mocht het zo zijn dat de medewerker die met zwangerschapsverlof is meer verdient dan het maximumdagloon, dan ben je als werkgever verplicht om zelf het loonverschil aan te vullen.
Compensatie aanvragen zwangerschapsverlof
Het regelen van de financiële compensatie tijdens het zwangerschapsverlof, die de overheid beschikbaar stelt voor werkgevers die met één of meer zwangere medewerkers te maken krijgen, kun je als werkgever zelf online doen. De uitkering, die via het UWV loopt, is onderdeel van de zogenoemde Wet Arbeid en Zorg, ofwel de WAZO. Belangrijk is dat je de aanvraag voor deze compensatie op zijn laatst twee weken voor de ingangsdatum van het zwangerschapsverlof gedaan moet hebben. Ben je te laat, dan kan het zijn dat je de toelage niet vergoed krijgt vanuit het UWV. En dat kost je dan, als werkgever, natuurlijk onnodig veel geld. Zorg er daarom voor dat je de WAZO-vergoeding op tijd regelt, zodat je niet in de problemen raakt.
Ouderschapsverlof en geboorteverlof naast zwangerschapsverlof
Het is goed om je als werkgever te realiseren dat je naast zwangerschapsverlof, binnen jouw bedrijf ook van doen kunt krijgen met ouderschapsverlof en (aanvullend) geboorteverlof. Zo kunnen ook partners aanspraak maken op ouderschapsverlof. Een medewerker die hierop aanspraak wil maken, kan liefst 26 keer de wekelijkse werktijd waarin hij of zij werkt opnemen als ouderschapsverlof. Daarvan zijn 9 weken doorbetaald ouderschapsverlof. Dit wordt uitbetaald door het UWV en bedraagt 70% van het normale loon, tot 70% van het maximum dagloon.