Veel werkgevers betalen hun medewerkers reiskostenvergoeding voor het woon-werktraject. In deze tijd van de coronacrisis is het reispatroon voor veel medewerkers echter veranderd. Door thuiswerken, maken zij bijvoorbeeld geen kilometers om op kantoor te werken. Moet je medewerkers dan nog wel de reiskostenvergoeding betalen? Deze verandering kan met zich meebrengen dat de werkgever de vaste reiskostenvergoeding moet aanpassen of geheel of gedeeltelijk tot het loon moet rekenen. De staatssecretaris vindt dit in deze tijd ongewenst en er is dan ook een versoepeling gekomen voor het betalen van de reiskostenvergoeding.

Wat betekent dit voor de werkgever?

In het beleidsbesluit wordt geregeld dat een werkgever die een vaste reiskostenvergoeding betaalt hier nu (in deze tijd van thuiswerken) geen gevolgen aan hoeft te verbinden. Om dat even simpel uit te leggen, beschrijven we hoe de situatie was en ook wat er nu precies verandert is.

De regel hiervoor was dat een werkgever bij langdurig thuiswerken (of afwezig zijn) de vaste reiskostenvergoeding maximaal 6 weken aaneengesloten kon doorbetalen. In die 6 weken mag de vaste reiskostenvergoeding gewoon onbelast doorbetaald worden. Daarna kon de werkgever ervoor kiezen om de vergoeding te stoppen of nog steeds door te betalen. Wanneer er gekozen werd voor doorbetalen, zou dit belast worden. Daar is nu verandering in gekomen.  

De mogelijkheid om 6 weken aaneengesloten door te betalen, bestaat nog steeds. Wanneer de werkgever er nu voor kiest om de reiskostenvergoeding ook daarna te blijven betalen, kan dit gewoon onbelast (voor zover deze niet hoger is dan ā‚¬0,19 per kilometer). Uiteraard is het niet zo dat de betaling van de vaste woon-werkvergoeding moet worden voortgezet. Die keuze is aan de werkgever.